De toolkit: over de Week van het Nederlands
De toolkit: over de Week van het Nederlands
Als Nederlands tekstschrijver draag ik de Nederlandse taal een warm hart toe, hoe onlogisch onze taal soms ook in elkaar zit. Onlogisch omdat er bijvoorbeeld erg veel uitzonderingen zijn op het vlak van spelling. Onlogisch ook omdat er te pas en te onpas Engelstalige woorden gebruikt worden. Hoewel, onlogisch… Grenzen vervagen waardoor de wereld kleiner wordt en het Engels dus veel eenvoudiger kan toetreden tot onze (taal)cultuur.
Vorige week was het de Week van het Nederlands. Een week die draait om (goh) de Nederlandse taal en die mede georganiseerd is door de Taalunie. De week omhelst ‘een bundeling van activiteiten van verschillende grote en kleine organisaties. Workshops, lezingen, kortingsacties, taalproducten die onder de aandacht worden gebracht, taalspelletjes, leesbevordering, optredens, het kan allemaal in de Week van het Nederlands. De week laat zien dat de Nederlandse taal levendig is en kansen biedt.’
Dictees en quizzen
Hartstikke mooi natuurlijk, maar mijn wenkbrauwen fronsten wel bij de aankondiging van deze puur Nederlandse (althans, daar ging ik vanuit) week: ‘De eerste activiteiten voor de Week van het Nederlands 2016, die plaatsvindt van 8 tot en met 15 oktober, zijn bekend. Het Willemsfonds gaat met de Tiendaagse van het Woord zijn afdelingen inspireren. Een toolkit geeft informatie waarmee zij eenvoudig een eigen activiteit kunnen organiseren. Ook het Davidsfonds heeft een toolkit voor de plaatselijke afdelingen met dictees, quizzen over taal en literatuur en richtlijnen hoe afdelingen zelf een debat kunnen organiseren.’
Ik struikelde inderdaad over het woord toolkit. Kon daar voor deze Week geen beter – Nederlands – alternatief bedacht worden? Jawel, dat kon. In dit geval zou gereedschapskist of instrumentarium wat vreemd overkomen, maar ínformatiepakket had volgens mij best volstaan.
Nederlandse alternatieven
Natuurlijk is het Engels een prachtige taal en wordt het blijkbaar steeds normaler om Engelstalige woorden te gebruiken. Accountmanager, crowdfunding en matchfixing zijn redelijk ingeburgerd maar er bestaan hiervoor gewoon goede Nederlandse alternatieven. Tenenkrommend wordt het natuurlijk als mensen in een Nederlandstalig gesprek opeens awkward (onhandig, gênant, onplezierig enz.) gaan gebruiken. Met dank aan Eva Jinek.
Zoals vaker bij taal is er ook hier sprake van een gevoelskwestie. Sommige woorden klinken gewoon niet prettig, onnodig overdreven of ronduit stom. Echter, ook hier geldt: als je het maar vaak genoeg zegt (‘me jas’ ‘ik zie jouw steeds hier’ gaan mensen het normaal vinden en denken dat het zo hoort. Door telkens de Engelse term te gebruiken (ik snap best dat dat in het internationale bedrijfsleven handiger is) gaat men dat als de standaard zien. Het bizarre is dat hierdoor het Nederlands zelf gaat klinken als vreemde taal…
Anyway, eh, hoe dan ook, er is nu een app toep(assing) waarmee je een passend Nederlands alternatief kunt vinden voor Engelse woorden. Het mooie is dat je ook zelf nieuwe alternatieven kunt melden. De toep is te vinden op http://vindpunt.nl/vindpunt.php.